We gingen op zoek hoe we elkaar kunnen helpen. Wat kan ik voor je doen. We bekeken de hartjes in de bomen op de speelplaats en schilderden zelf hartjes. Het verhaal van de Barmhartige Samaritaan of in kleutertaal: de vriendelijke helper sprak hen aan. We knutselden hartjes voor onze boom en we maakten er ook eentje om mee te nemen naar huis. Ik help jou, jij helpt mij, ja, dat maakt ons blij. We zaten ook gezellig samen in de boomhut. We vonden een hartjesboom tijdens onze wandeling en we maakten een kringetje in hartvorm. En vanaf nu heb ik elke dag een helpende hand. Die mag de visjes eten geven, de symbooltjes verplaatsen en nog meer kleine taakjes...